Array ( )
Array ( [gebruikersnaam] => 1plus1is6 )
Hoe werkt het? Klik hier
Begin pagina loggy.nl Home Weblog maken RSS Feed november 2012 zwanger van twee! december 2012 het tweelingnieuws januari 2013 Zwanger in de winter februari 2013 En toen werd het anders... maart 2013 Maart roert zijn staart april 2013 Het einde is in zicht! geboorte Zo klein en al zo dapper! mei 2013 juni 2013 |
Zo klein en al zo dapper!Op
vrijdag 26 april is het dan zover. Ik sta ingepland voor de keizersnede voor
het begin van de middag. Dus mijn man kan om 10 uur komen, dat is ruim op tijd.
Al vroeg word ik gebeld door mijn man: onze dochter van 5 is ziek en heeft de
hele nacht moeten spugen. Oh nee! Zo zielig voor haar en zo ellendig voor ons
qua timing. Mijn man heeft opnieuw een hele klus, zoonlief naar school (laatste
dag voor de meivakantie en ook nog de koningsspelen dus moest hij niet naar
school maar naar de sportvelden) en dochterlief inpakken en naar oma dichtbij
brengen. Mijn ouders wonen verder weg en komen naar ons huis. Dan vangen ze
onze zoon op en komen ze naar het ziekenhuis zodra de kindjes zijn geboren. Omdat
het voor mij als zwangere niet prettig is om zo lang nuchter te zijn, mag ik dit
keer bij het ontbijt een kopje thee en een beschuitje. Dat is nieuw, want de
afgelopen dagen moest ik steeds nuchter blijven bij het ontbijt. Om 9.30 uur
komen er ineens twee (of zelfs drie geloof ik) verpleegkundigen op mijn kamer
met in hun hand een operatiehemd. “U mag al naar beneden!”. De paniek breekt
mij nu uit, mijn man is er nog niet. Toch moet ik alles al doen, even plassen,
een pilletje (of was het een drankje?) nemen en een operatiehemd aandoen. Ze
beginnen zelfs mijn bed al los te koppelen. Gelukkig zegt de verpleegkundige
dat ik mijn man mag bellen. Hij is al in het ziekenhuis en zet het op een
lopen. Eenmaal binnen heeft hij weinig tijd, fototoestel pakken, jas uit en
mee. We
gaan naar de verkoeverkamer om voorbereid te worden. Manlief wordt in een allercharmantst
pak gehesen en probeert eerst nog om zijn benen in de mouwen te proppen. Zelf
krijg ik ook nog een mutsje op. De foto die gemaakt is, valt wat mij betreft
onder censuur! Dan komt de anesthesist en zij vraagt wanneer ik voor het laatst
heb gegeten. Nou, om 8.00 uur dus een licht ontbijt. Dat is een probleem en had
niet gemogen. Ik word er moedeloos van; eerst moet ik bijna een week lang
nuchter blijven bij het ontbijt, nu mocht ik wel wat eten en geeft het
problemen bij de keizersnede. Dit is de vierde keer dat ik op het punt sta te
bevallen, het zal toch niet zo zijn dat ik weer teruggestuurd wordt… Er volgt
overleg en omdat ik een ruggenprik krijg en een narcose niet echt te verwachten
valt, gaat het toch door! Ppfff, wat een stress… Mijn
man moet even wachten in een apart kamertje tot bij mij de ruggenprik is gezet.
Later vertelt hij dat hij drie keer de Grazia heeft gelezen, het duurde zo
lang! Op de OK is het een drukte van belang. Mensen van de anesthesie,
gynaecologen en een arts-assistent, en in een apart en aangrenzend kamertje met
bovenraam zie ik steeds hoofden verschijnen om te kijken hoever we zijn. Het
blijken twee neonatologen, twee kinderartsen en twee verpleegkundigen te zijn
om onze twee mannetjes op te vangen. Ik moet op de rand zitten en voorover
leunen tegen een mannelijke medewerker van de anesthesie. Hoewel eigenlijk niet
belangrijk probeer ik steeds mijn operatiehemd een beetje dicht te houden om
mijn borsten te bedekken. Ach ja… De
anesthesist geeft eerst verdoving in de huid en zet daarna de ruggenprik. Ik
voel een pijnscheut in mijn linkerbil, het voelt niet goed. Vlak daarna hoor ik
dat er geen vocht uit het buisje vloeit en dat de prik dus niet goed zit. Een
tweede prik volgt: hetzelfde verhaal. Dan verdoven ze de huid nog eens bij.
Zelf heb ik het gevoel dat ze opnieuw op precies dezelfde plaats prikken. En
weer voel ik pijnscheuten naar mijn linkerbil. De anesthesist legt uit dat bij
zwangere vrouwen het weefsel zachter is en daardoor moeilijk is om te prikken.
Kennelijk volgens protocol mag zij niet opnieuw prikken en wordt een andere
anesthesist opgeroepen. De behandelend gynaecoloog (die tot mijn blijdschap bij
de bevalling is) komt naar mij toe. Hij steekt mij een riem onder het hart: “dit
doen wij samen beter” refereert hij aan de vier behandelingen die ik heb
ondergaan. Ik kan er wel om lachen. De vierde keer zit de ruggenprik wel goed,
hoewel ik het gevoel heb dat de naald scheef naar de linkerkant zit. Ik word
gewaarschuwd dat ik de kans loop dat ik mij niet zo lekker kan gaan voelen,
omdat de bloedvaten ineens gaan uitzetten. Dan krijg je minder bloed en dus
zuurstof in je hersenen. Dat
is nog maar net gezegd en ik voel dat ik het bewustzijn ga verliezen. Ik roep
nog dat ik flauw ga vallen. Eerlijk gezegd voelt het veel heftiger dan dat. In een
flits krijg ik het gevoel dat ik doodga. Gek genoeg kan ik nog wel denken aan
mijn oudste kinderen, wat erg voor hen als ik er niet meer ben. Dan is het
zwart en hoor ik al snel weer geluid. Ik heb een zuurstofmasker op mijn gezicht
en ik hoor dat ze nogmaals epinefrine gaan toedienen. Een vrouw van de
anesthesie die bij mijn gezicht zit, zegt dat mijn bloeddruk was gedaald naar
50 over 30. Een ander hoor ik zeggen dat het lang geleden is dat hij/zij zo’n
bloeddrukdaling heeft meegemaakt. Ik ben weer wat bijgekomen en voel mijn benen
niet echt meer. Een warm en beetje prikkend gevoel vanaf mijn navel. Dan kruipt
dat gevoel verder omhoog. Ook mijn armen, mijn handen en mijn vingers voelen
zo. Ik krijg een hele vervelende pijn in mijn schouders richting mijn nek. Mijn
lippen gaan tintelen. Steeds zeg ik tegen de vrouw naast mij wat ik voel. Het
voelt ineens allemaal heel onprettig. Het lijkt wel of mijn oren en ogen op
volle kracht werken nu ik helemaal geen gevoel meer heb in het grootste deel
van mijn lijf. Opnieuw ontstaat er een licht gevoel van paniek en ik vraag naar
mijn man. Ze zeggen dat hij nog niet bij mij mag, omdat ik nog niet stabiel
ben. Het blok (de hoogte van het verdoofde gebied blijkt veel te hoog te
zitten. Ze moeten in de gaten houden of het niet verder stijgt. Ik ben bang dat
ik alsnog onder narcose moet,maar dat hoeft gelukkig niet. Ondertussen
wil de gynaecoloog alvast gaan beginnen. De mensen in het naastgelegen kamertje
komen steeds vaker bij het raampje kijken. De gynaecoloog vraagt om een
overdracht van de anesthesie. Er vliegen allerlei medische termen voorbij. Ik
begrijp er uit dat ze mij stabiel vinden. De gynaecoloog wil dat de anesthesist
bevestigd dat ik een stevige bloeddrukdaling had. De anesthesist zegt dat het niet
van belang is, omdat het allemaal onder controle is. Toch houdt de gynaecoloog
vol dat hij het bevestigd wil horen. Het geeft mij de indruk dat de overdracht
wordt opgenomen. Ik voel mij beschermd door deze gynaecoloog waar ik een band
mee heb opgebouwd. Het is zo bijzonder dat hij er op stond om bij de bevalling
te zijn. Dat bevestigt zijn betrokkenheid bij ons en onze kindjes. Eindelijk
komt mijn man naast mij zitten. Het gaat beginnen. Voor mijn gevoel duurt het
niet lang meer of ik voel geduw en getrek. De gynaecoloog zegt tegen mijn man
dat hij moet komen kijken: daar komt kindje 1! Om 11.48 uur wordt hij geboren
en even zie ik een kindje boven het doek verschijnen. Hij huilt hard en dat
stelt mij gerust. Dan verdwijnt hij naar het kamertje. Ze moeten even zoeken:
kindje twee ligt in een stuit helemaal bovenin mijn buik. Dan wordt hij ook
geboren, twee minuten na zijn broer. Ik heb het idee (alleen op basis van het
geluid) dat hij een tik op zijn billen krijgt en dan hoor ik hem ook huilen.
Wat een opluchting! Mijn man gaat mee naar het kamertje waar onze twee zonen
zijn. Vanaf nu kan het alleen maar beter gaan, toch? De
gynaecologen gaan mijn buik dichtmaken. De arts-assistente krijgt les want ik
hoor dat zij allerlei vragen moet beantwoorden en meekijkt met wat er in mijn
buik allemaal gebeurt. Het gaat in een roes aan mij voorbij. Dan komt mijn man
binnen met in zijn armen kindje 2, onze Nout, de ontvanger van het bloed. Hij
is knalrood, bijna bruin/paars. Vlak achter hem ligt kindje 1, onze Loek, de
donor van het bloed. Hij is bleek en ligt aan een beademingsslang. Ik hoor dat
ze het beiden goed doen. Loek heeft wat meer moeite met ademen, dus hij heeft
wat extra ondersteuning nodig. Nout doet het helemaal zelf. Loek is 1400 gram
en Nout 1700 gram. Ze zijn klein, maar sterk en dapper! Ik ben meteen een
trotse moeder. Met alle moeite probeer ik mijn arm op te tillen om even aan het
wangetje van Nout te voelen. De tranen komen… De
kindjes worden weggebracht naar de couveuseafdeling en mijn man gaat met ze
mee. Ineens zie ik wat commotie aan de operatietafel. De arts-assistent wankelt
naar achteren en probeert nog op een snel toegeschoven stoel te gaan zitten.
Het gaat net niet en ze glijdt op de grond. Flauwgevallen! Ze ligt naast mij en
zegt al snel dat het weer gaat en dat ze zich schaamt. Iedereen in de OK is
lief tegen haar. Het geeft niets, doe rustig aan, het kan ons allemaal
overkomen. Hoewel vervelend voor haar, is het een grappige anekdote in ons
bevallingsverhaal! De operatie is klaar en een gewoon bed wordt binnengereden. Ik
denk dat ik mee kan werken, maar mijn lijf is verdoofd dus er gebeurt niets. Met
een matje glij ik over naar het bed. Ik slaak een gil en de gynaecoloog zegt
dat hij het daarvoor doet. Tot nu toe heb ik tenslotte nooit een kik gegeven in
zijn bijzijn ondanks alle behandelingen! Ik
ga naar de verkoever. Daar wil ik maar 1 ding en dat is naar de kindjes toe (en
wat drinken alsjeblieft). Helaas dat kan nog niet. Dan komt mijn man, de
kindjes doen het goed! Hij heeft snel opa’s en oma’s gebeld en wat smsjes
gestuurd. Net 1 hap van een boterham en hij kon mee naar mij toe. Het is nogal
wat om mijn man zijn boterham te ontnemen… Het duurt mij allemaal té lang. De
pauzetijd is gaande en ik krijg een andere verpleegkundige aan mijn bed. De
binnengebrachte buurvrouw huilt en schreeuwt na haar narcose en vraagt nogal
aandacht. Mag ik alsjeblieft naar boven? Dan blijkt het blok veel te snel te
zakken. De anesthesie wordt gebeld voor het bijspuiten van de ruggeprik. Ik wil
het niet, stel dat het blok opnieuw zo hoog komt en bovendien, dat betekent
alleen maar langer wachten. Gelukkig zit het blok dit keer wel goed en krijg ik
ook een glaasje water. Rond
een uur of drie mag ik de verkoever af. Eindelijk naar de couveuseafdeling.
Onderweg komen we de kinderarts tegen die de placenta zou onderzoeken. Hij zegt
dat hij een heel klein bloedvaatje heeft gevonden, bovenin en vlak bij de
vliezen. Dat is de oorzaak van TAPS. We mogen na ons bezoek aan de kindjes
meteen even komen kijken. Het klinkt misschien vreemd, maar wij vinden zijn
bevlogenheid leuk om te zien. Op de OK hoorde ik hem al vragen of hij naar
boven mocht met de placenta, alsof hij niet kon wachten om ‘m op te spuiten met
kleurtje en te onderzoeken. Terug
op de kamer is er wat te eten en te drinken. Al snel bellen opa en oma die met
onze oudste onderweg zijn. Er was een bommelding bij scholen, waardoor ze niet
direct de weg konden vinden naar het LUMC. Gelukkig waren ze er toch snel! Wat
ontzettend jammer dat onze dochter er niet bij kon zijn. Mijn man gaat met
zoon, opa en oma naar de kindjes. Ik kan helaas de reactie van hun niet zien
omdat ik er niet bij ben. Eenmaal terug is onze zoon ontroerd, hij zegt tegen
mij dat ik het goed heb gedaan. Ik kan hem alleen maar knuffelen. Wat
een prachtige dag: ons gezin bestaat uit zes personen. Eén plus één is zes! 14:32:07 29 Juli 2013 Permanente link Reacties (0) Het einde is in zicht!Op
2e paasdag spijbel ik uit het ziekenhuis. Samen met man en kinderen
lopen we even de stad Leiden in. Het is wel mooi weer en tegelijkertijd erg
koud. Toch hebben we een ijsje verdiend. Ik durf eigenlijk niet te ver weg te gaan
van het ziekenhuis. De
verpleegkundigen van de afdeling J7 leer ik aardig kennen. Omdat het moeilijk
is de tweeling continue in beeld te hebben bij het CTG, komen ze vaak op mijn
bed zitten. Soms is het nodig dat ze een half uur blijven zitten om de CTG-schijven
vast te houden. Hoe frustrerend het ook is om ze in beeld te krijgen en te
houden, het schept ook een band. We praten gezellig over van alles en
ondertussen leer ik veel over het apparaat en de manier waarop de schijven het
best geplaatst kunnen worden. Elke keer opnieuw moet ik de vraag beantwoorden:
waar zit kindje A en waar zit kindje B? En steeds opnieuw is er verwarring,
kindje A is kindje 2 en kindje B is kindje 1. De cijfers geven aan wie er onder
ligt en dus het eerst geboren zal worden (kindje 1 dus). Nu zijn de kindjes
toevallig gewisseld en dus ligt kindje 1 nu boven (lekker verwarrend). Kindje A
is de donor en kindje B is de ontvanger. Dit moet steeds op dezelfde manier
geregistreerd worden, om eventuele veranderingen in de hartslag van hetzelfde
kindje over meerdere CTG’s te kunnen zien. Aan het eind van de zwangerschap
bleek ik meer dan 100 CTG’s te hebben gehad! Op
enig moment kwam de teamleidster van de afdeling. Ze gaf aan dat het door
personeelskrapte nodig was dat zij zelf zou inspringen. Maar, vertrouwde ze mij
toe, het was al jaren geleden dat ze een CTG had aangelegd. De collega’s hadden
haar naar mij gestuurd, omdat ik zelf ook ervaren was inmiddels, dus het moest
ons samen wel lukken. Toch kregen we van één kindje helemaal geen hartslag te
pakken. De teamleidster bekende dat ze het niet wilde toegeven aan haar
collega’s dat het niet lukte en ook ik wilde natuurlijk niet in mijn hemd
staan. Dus we bleven puzzelen, tot we er achter kwamen dat de stekker van de
schijf niet in het apparaat zat. Hahaha, wat een lol hebben we gehad. Gezworen
hebben we aan elkaar dat we het niemand van de afdeling zouden vertellen! De
vrijdag 5 april, dus ruim een week na de tweede transfusie is het weer zover:
de derde bloedtransfusie is nodig. Opnieuw gaan we dezelfde kamer binnen en
weer is het indrukwekkend hoeveel mensen er bij zijn, welke voorbereidingen er
nodig is. Het is toch eigenlijk net een operatie met alle steriele spullen. Dit
keer doet het verdoven geen pijn. Wel moet er nog twee keer extra geprikt
worden. Eén keer omdat de naald niet goed genoeg bij de ader in het buikje van
de donor uitkwam. Er werd nogmaals geprikt en ook toen lag de donor er niet
goed voor. Het echo-apparaat en de naald zaten elkaar in de weg, de ader was
moeilijk zichtbaar te krijgen en de gynaecoloog moest zijn best doen om in de
buik van het kindje de galblaas niet te raken. Daarna werd de naald ingebracht
om de ontvanger te prikken voor het wisselen van bloed tegen zoutoplossing. Dit
kindje was echter zo beweeglijk dat het niet wilde lukken. Ze hebben toen een
verdoving en spierontspannend middel in de bil van het kindje gespoten. Vreemd
om te zien dat hij meteen stil ging liggen! Na
1,5 uur was de ingreep weer voorbij en mocht ik terug naar mijn kamer. Het CTG
ging redelijk goed en de uitslag ervan was prima. Opnieuw even rust! De
volgende dag mocht ik voor een paar uurtjes en een nachtje naar huis. Net 24
uur zodat ik 2 CTG’s zou missen. Wel op zondag dan meteen CTG bij terugkomst en
een echo ter controle. Ik vind het fijn om thuis te zijn, mijn kindjes in de
buurt te hebben en in mijn eigen bed te slapen. Maar oh jee, het is zooo
moeilijk om weer terug te gaan. Opnieuw waterlanders, we gaan! Die
nacht voel ik mij heel erg beroerd. Om 3.00 uur moet ik spugen. Toch maar
bellen voor de nachtzuster. Ze komt en vindt het verstandig om mij aan het CTG
te leggen. Ik heb zo’n maagpijn en buikpijn! Ook is het goed te zien op het CTG
dat ik harde buiken heb. De dienstdoende gynaecoloog komt op mijn kamer en
stelt wat vragen. Hij besluit dat ik naar de verloskamer wordt gebracht. Het
zou zo maar kunnen zijn dat de bevalling gaat beginnen. Ik krijg een inwendig
onderzoek en daaruit blijkt dat de vliezen nog intact zijn en dat ik nauwelijks
ontsluiting heb. Wel blijft de buik- en maagpijn en ook de harde buiken. Om
6.00 uur zegt hij dat ze om 7.30 uur overdracht hebben en dat dan besloten
wordt of ze de kindjes gaan halen. Mocht dat zo zijn, dan kan het snel
gebeuren. Ik moet mijn man bellen en vragen of hij naar Leiden komt. Dat doe ik
dan maar! Mijn
man is in shock.. waar moet hij de oudsten laten voor ze naar school gaan. Ik
hoor hem hijgen en nadenken. Wat een stress! Hij regelt het geweldig en brengt
ze naar een vriendje. Dan is hij bij mij. Dat is fijn, want de pijn neemt alleen
maar toe! Uiteindelijk komt de gynaecoloog, de keizersnede gaat niet door. Ze
denken dat ik ziek ben en dat dat de weeën triggert. Dus word ik opgelapt met
medicijnen en pijnstillers. Ook mag ik eindelijk wat eten en drinken. Een
uurtje ben ik in slaap gevallen en zodra ik wakker word, voel ik mij veel
beter. Ik mag weer terug naar mijn eigen kamer. Wel wordt een echo gemaakt en
de groei gemeten; ze zijn zo’n 900 en 990 gram. Klein en toch valt het niet
tegen! Het was een hele spannende dag. Alle mensen om ons heen zijn in rep en
roer. De kinderen hebben op school verteld dat de broertjes geboren worden en
zijn wat teleurgesteld. Ze komen heus wel! Met
de arts hebben we besproken dat een 4e bloedtransfusie geen optie
is. Het is steeds risicovol voor de kindjes en ik lijk er steeds minder goed
tegen te kunnen. Mijn lijf (en misschien wel mijn geest) geven aan dat het zo
genoeg is geweest. De bloedwaardes van de kindjes zijn per dag nog wat wisselend.
Gezien de voorgaande keren gaan we er vanuit dat vrijdag 12 april de kindjes
gehaald worden. Ik voel dat ik er aan toe ben. Al een paar weken moet ik bij de
dag leven, want wat de dag er na brengt is steeds onzeker. Het niet weten
wanneer ik weer naar huis kan, is voor mij en voor mijn gezin heel zwaar.
Hoewel ik weet dat de kindjes in mijn buik het beste groeien, zie ik er naar
uit dat ze op de wereld komen. Dan kan ik weer een beetje mezelf worden en zal
ik natuurlijk heel goed voor die twee mannetjes zorgen op een heel andere
manier dan in mijn buik. De
gynaecologe van de afdeling begrijpt heel goed mijn dilemma. Zij gaat ervan uit
dat de kindjes snel gehaald zullen worden. Op donderdag 11 april komt de
gynaecoloog langs van die de tweede en derde transfusie heeft uitgevoerd. We
gaan een uitgebreid gesprek aan over het plan voor de komende tijd. Door de
gesprekken met de afdelingsgynaecoloog en de behandelend gynaecoloog is er
verwarring ontstaan. De behandelend gynaecoloog ziet op dit moment geen medische
reden om de kindjes te halen. De bloedwaardes blijven redelijk gelijk en ze
zijn beweeglijk en groeien goed. Het lukt mij niet goed om hem te laten weten
dat het voor mijn welzijn beter zou zijn als de kindjes binnenkort komen. Al
was het maar dat ik weet wanneer het gaat gebeuren. De afdelingsgynaecoloog
zorgt er voor dat de behandelend gynaecoloog nog eens met mij in gesprek gaat.
Hij biedt zijn excuses aan dat er wat verwarring ontstaat over de volgende stap
en geeft ook aan dat hij het welzijn van mij heel belangrijk vindt. Anderzijds
kan ik hem ook vertellen dat ik begrip heb voor het medische standpunt. Het is
een megalastig dilemma: ik wil zo graag naar huis, dus ik wil de kindjes graag
laten komen. Tegelijkertijd voel ik mij een slechte moeder als ik de kindjes
niet het beste gun, namelijk in mijn buik blijven. Ik hervind mijn motivatie en
moed en stem in met een uitstel van de keizersnede naar woensdag 17 april. Wel
raak ik steeds meer geïrriteerd als iemand tegen mij zegt: “elke dag in jouw
buik is meegenomen”. Jaaahhh, ik weet het! Tja,
de dagen slepen zich voort. Ik mag in het weekend weer een dagje naar huis.
Steeds lastiger hoewel ik er zeker ook van geniet. Het is net alsof ik in de
tuin sta en door het raam naar mijn gezin sta te kijken. In werkelijkheid ben
ik gewoon in de kamer alleen voelt het net alsof ik niet meer echt meedoe. Die
zondag moet ik veel huilen en eenmaal in het LUMC wil ik het liefst dat mijn
man en kindjes snel naar huis gaan. Laat me maar even met rust! Op
maandag is er weer een groei-echo, ze groeien goed alleen ontstaat er een
verschil in grootte. De bloedwaardes zijn redelijk, de ene dag wat hoger, dan
weer wat lager. Ik probeer bij de arts of het verschil in grootte nog een reden
is om de kindjes te halen. Het wordt mij duidelijk dat we in de fase terecht
zijn gekomen dat er geen vooropgesteld plan is. Ik blijk de 4e in
Nederland te zijn met deze combinatie van complicaties. Elke keer wordt mijn
situatie besproken in een groep gynaecologen om te bepalen welke stap nu gezet moet
worden. Het is echt bijzonder, wie er ook aan mijn bed verschijnt, alle artsen
en verpleegkundigen kennen mijn situatie en leven erg mee. De beslissing wordt
genomen: woensdag 17 april worden onze kindjes geboren met een keizersnede.
Maandag krijg ik opnieuw een longrijpingsprik, net als op dinsdag. Grrr… die
prikken zijn echt gemeen (dat had ik al eens gezegd)! Ook komt de anesthesist
voor de voorbereiding. Het gaat echt gebeuren! Ondanks dat lichten wij niemand
in. Er was nu al twee keer eerder sprake van het halen van de kinderen en dat
ging twee keer niet door. Alleen onze ouders weten ervan. Woensdagochtend sta
ik ingepland. Ik
slaap redelijk en ben vroeg wakker. Vandaag gaat het gebeuren! Om 7.15 uur komt
een gynaecoloog binnen. Fluisterend doet hij zijn verhaal. Er is vannacht nog
een vrouw opgenomen uit Friesland en zij is bevallen van een tweeling. Het
resultaat: de neanatologie is vol en kan onze tweeling nu niet opvangen. Nogal
belangrijk tenslotte! Zodra de dagdienst begint, zullen ze alles op alles
zetten om de plekken rond te krijgen. Dat betekent overplaatsingen van kindjes
op de neonatologie. De gynaecoloog vindt het duidelijk heel erg vervelend dat hij
mij hiermee moet lastig vallen. Hij belooft dat het vandaag wel doorgaat,
alleen later op de dag! Snel
probeer ik mijn man te bereiken. Hij is al onderweg en neemt niet meer op. Nou
ja, dan kan hij mij bijstaan. Ik blijf er wel rustig onder, we wachten gewoon
af! Al snel word ik gehaald voor een echo. Mocht de situatie van de kindjes
slecht zijn, dan worden ze alsnog met spoed gehaald. De resultaten zijn
verbijsterend: het gaat weer beter met de kindjes en de bloedwaardes zijn
gezakt tot onder de bovengrens. Wat nu? Rond 14.30 uur hou ik het bijna niet
meer vol. Op de gang loop ik rondjes, te nerveus om te blijven zitten. Alle
scenario’s heb ik al bedacht. Mijn gevoel zegt dat het afgeblazen wordt. Kan ik
het nog aan? Ik zie een gynaecoloog die ook gespecialiseerd is in TTS (zij
heeft tot de eerste bloedtransfusie besloten) naar mijn kamer gaan. Ze is een
hele betrokken en prettige gynaecoloog. Aan haar vertel ik dat ik bang ben dat
het vandaag helemaal niet doorgaat. “Nee” zegt ze vastbesloten, vandaag gaat
het echt gebeuren. Ik kan het niet helpen dat ik in tranen ben. Als ze weggaat,
komt de behandelend gynaecoloog binnen. Hij gaat er bij zitten. Heel rustig
legt hij ons zijn overweging voor: geen keizersnede vandaag. Opnieuw geeft hij
aan dat er medisch nu geen reden voor is en dat hij een medicus is. Wel vraagt
hij ons hoe wij er over denken. Mijn verstand neemt de overhand: we gaan door
met zwanger zijn en geven onze kindjes de beste kans die er is. Mijn man is een
held: hij stelt voor om als einddatum af te spreken dat de kindjes gehaald
worden bij maximaal 30 weken. Dat geeft mij houvast en de gynaecoloog heeft al
eens gezegd dat hij rustig achterover zou gaan leunen als ik de 30 weken zou
halen. De behandelend gynaecoloog vindt het een goede afspraak. Ongeacht of de
kindjes medisch gezien nog zouden kunnen blijven zitten, het welzijn van de
moeder vindt hij ook belangrijk. Dit helpt mij enorm. Het
is niet gemakkelijk en het kost me energie en kracht om weer de motivatie te
vinden om mijn tijd in het ziekenhuis wat inhoud te geven. Ik ga alsnog wat
klusjes doen voor mijn werk op een laptop die een collega heeft gebracht. Het
geeft me wat afleiding! De arts heeft opnieuw toestemming gegeven om in het
weekend een dag naar huis te mogen. Ondanks alles zie ik er weer naar uit! Inmiddels
zit ik bijna elke avond in de gang van de afdeling met mijn telefoon. Even
iemand bellen, even van mijn kamer zijn en ook werken aan mijn conditie door
rondjes te lopen. De hele dag stilzitten, zorgt ervoor dat ik met mijn buik
steeds minder conditie heb. Als er mensen langslopen, maak ik vaak een praatje.
Op een avond loopt een gynaecoloog langs. We praten even over de afgelopen
weken. Ze geeft aan bewondering voor mijn doorzettingsvermogen te hebben. Dan
zegt ze dat ze mijn bijzondere verschijning zal gaan missen als de kindjes er
zijn. Het ontroert me; enerzijds dat iemand zo betrokken is bij mij, anderzijds
dat mijn ziekenhuisopname eindig is. Ik weet dat ik dit moment nooit zal
vergeten. Het mooiste is dat deze gynaecoloog uiteindelijk onze kindjes heeft
gehaald met een keizersnede, een vertrouwd gevoel! Zaterdag
mag ik naar huis. Ik heb mijn spullen gepakt en wacht op de echo. Als deze goed
is, kan ik naar huis tot zondag begin van de middag. Ik maak me geen zorgen,
tot nu toe zijn alle echo’s goed. Het apparaat wordt op mijn buik gezet.
Inmiddels weet ik precies wat ze moeten doen en probeer ik bij de meting mijn
adem in te houden. Iets wat steeds moeilijker wordt, vooral omdat één kindje
met zijn hoofd precies tegen mijn middenrif ligt. Als ik niet adem, is de
meting beter te maken en betrouwbaarder. Oh jee, ik zie het zelf al: de
bloedwaarde is behoorlijk gestegen en zit net boven de bovengrens. De gynaecoloog
van het weekend ziet het ook. Hij gaat het bespreken… en weer zit ik in mijn
kamer met onzekerheid. Wat nu? Hij
komt terug en vindt het heel vervelend om mij te vertellen dat ik met deze
waardes niet naar huis mag. Slik, moeilijk! Het is prachtig weer en hij zegt
dat ik wel even naar buiten mag voor een paar uur. Ik geef aan dat ik weinig
mobiel ben en dat een paar uur buiten voor mij best lastig is. Mag ik dan een
paar uur naar huis? Dat mag, om 18.00 uur weer terug voor de CTG. Om zo min
mogelijk tijd te verspillen, ga ik meteen weg en stap in de trein. Laat de
dokter het maar niet horen… Eenmaal
terug moet ik aan het CTG. Hierop zijn geen afwijkingen te zien. De afspraak is
dat ik morgenochtend nuchter moet blijven, tot de echo gemaakt is. Als er reden
toe is, gaan ze morgen een keizersnede doen. De volgende ochtend wordt de echo
gemaakt, de waardes zijn een beetje gedaald. Geen keizersnede vandaag! Zo
gaat het de hele week door. Elke dag zijn de waardes wat hoger, de keer daarna
wat lager. Ik kom er achter dat de metingen niet helemaal betrouwbaar zijn. Het
ligt maar net aan de handigheid van de echoscopiste, of ik mijn adem goed kan inhouden en vanuit
welke hoek ze kunnen meten. In elk geval blijven de waardes zo hoog dat ik elke
ochtend nuchter moet blijven in verband met de mogelijke keizersnede. Wel
hebben we op dinsdag besproken dat de kindjes uiterlijk vrijdag worden gehaald.
Mijn onzekerheid groeit wel. Hoe moet ik er op vertrouwen dat de kindjes het
goed genoeg hebben in mijn buik. De waardes geven toch reden tot ongerustheid
en wanneer is het gevaarlijk voor de kinderen. Het gaat tenslotte om de
bloeddoorstroming in de hersenen. Als ze maar geen schade oplopen in deze
periode. Ik ben er aan toe en volgens mij de kindjes ook. Woensdag zijn de
bloedwaardes hoger, donderdag nog wat hoger. De keizersnede staat al gepland
voor vrijdag en dat houden ze zo. Laat ze nu maar komen! 14:06:13 28 Juli 2013 Permanente link Reacties (0) Maart roert zijn staart
2
Maart; er komt goed nieuws uit Madrid: Isabel, de tweede dochter van mijn broer
en schoonzus is geboren! Het is een mooi en gezond meisje. Wat ontzettend
vervelend dat ik er niet naar toe kan, dat had ik zo graag gewild…
In
het weekend erna zijn de kamers op de zolder af. Onze oudste zoon en onze
dochter kunnen verhuizen naar boven. Ze vinden het spannend maar zijn vooral
heel trots op hun nieuwe kamer. En wij, gelukkig slapen wij al een paar weekjes
op de 1e etage, dat scheelt trappen lopen als ik ’s nachts moet
plassen. Het voelt helemaal vertrouwd om op deze kamer te slapen. Hier zijn de
kinderen geboren, gewoon bij ons in bed. Dat zit er bij deze zwangerschap niet
in.
Maandag
11 maart: naar het LUMC voor controle. Opnieuw ben ik gespannen, zou het met
beiden nog goed gaan? Eenmaal in het LUMC blijkt al snel dat de situatie
veranderd is. Het tussenschot ligt aan flarden, op de echo kan je het op een
hoopje zien liggen. De echoscopiste zegt dat wij aan de gynaecoloog moeten
vragen wat dat betekent. Bovendien ziet ze aan de meting van de bloedstroom in
de hersenen van de kindjes, dat er een verschil in druk is ontstaan. Bij het
ene kindje stroomt het bloed veel sneller door de ader in het hoofdje dan bij
de ander. De gynaecoloog legt het uit: er is sprake van TAPS (Tweeling anemie polycytemie sequentie. Als
er slechts enkele heel kleine vaatjes met elkaar verbonden zijn, kan meer bloed
van de ene foetus naar de ander stromen dan andersom. De donor krijgt dan bloedarmoede
(anemie), de ontvanger krijgt te dik bloed (polycythemie). Ernstige anemie kan
tot hartfalen, vocht vasthouden en sterfte leiden. Te dik bloed kan slechte
doorbloeding van huid, vingers of tenen, hersenen of andere organen
veroorzaken. Bij de geboorte is de donor bleek, en de ontvanger donkerrood)
Naast
de bloedstroom die verschillend is tussen beide kinderen, wordt ook opgemerkt
dat de donor een vergroot hartje heeft. Hij moet zo hard werken om alle
belangrijke organen van bloed te voorzien, met het weinige bloed dat hij heeft.
De situatie is nog niet zodanig dat ze moeten ingrijpen. Na drie dagen moeten
we terugkomen om de bloedstromen opnieuw te bekijken. Als het ernstiger wordt,
zal er een bloedtransfusie worden gedaan bij de donor en een bloedwissel bij de
ontvanger (bloed eruit en vervangen door zoutoplossing).
Het
kapotgaan van het tussenschot is ook een vervelende complicatie. Op de echo
lijken de navelstrengen op een kluitje bij elkaar te liggen. De kans bestaat
dat de navelstrengen in de knoop raken, waardoor de toevoer naar de kindjes
verminderd of stopt. Een levensbedreigende situatie ontstaat dan. De spanning
komt opnieuw terug. We wachten maar weer af tot donderdag. Thuis stel ik
familie, vrienden en collega’s per mail op de hoogte. Er zijn zoveel mensen die
intens met ons meeleven...
Donderdag
zijn we weer terug in het LUMC. Dit keer maar voor de zekerheid een tas
meegenomen voor het geval ik opgenomen wordt voor de bloedtransfusie. De
waardes zijn gestegen maar nog niet zodanig dat er ingegrepen moet worden. We
moeten zelfs op zondag terug om opnieuw te kijken. Zondagochtend in het LUMC,
een vreemde gewaarwording. Op de afdeling verloskunde worden de waardes
bepaald. Het zit nog steeds binnen de marge, maar de ingreep komt wel dichterbij.
Dinsdag weer terug!
Ik
ga er maar vanuit dat het die dinsdag 19 maart zal gebeuren, de bloedtransfusie
en wisseltransfusie. Mijn man en ik brengen de kinderen naar een vriendje en om
8.15 uur nemen we de trein naar Leiden. Het LUMC ligt net naast het station.
Met mijn dikke buik moet ik staan tussen alle forensen en studenten in de
trein. Er staat niemand voor mij op... Terwijl ik daar sta, denk ik: “jullie
moesten eens weten wat wij allemaal meemaken”. Niet alleen ik, maar ook de
baby’s, mijn man, mijn kinderen en ook onze beide ouders, broer en zussen. Ik
erger mij er aan dat mensen het normaal vinden dat ik zonder houvast in het
gangpad moet staan en zucht steeds diep vanwege mijn dikke buik, de drukte, de
spanning en ook uit ergenis. Het helpt niets.
In
het LUMC wordt de meting opnieuw gedaan. Een andere gynaecoloog dan anders
neemt de resultaten met ons door. Het is duidelijk: vandaag is de dag van de
transfusies. Ik moet wat bloed geven en vraag meteen of mijn man dat ook moet
doen. Dat is inderdaad het geval en ik moet er om lachen. Een soort
gerechtigheid... nu mag hij ook eens een prik ondergaan! De gynaecoloog (ook
een vrouw) vindt het ook terecht. Mijn man kijkt er niet vrolijk bij maar
zonder mopperen geeft hij ook een paar milliliter bloed af. Dan gaan we naar de
afdeling verloskunde waar ik word opgenomen. Nu is het een paar uur wachten,
enerzijds omdat het bloed in orde gemaakt moet worden, anderzijds omdat ik
nuchter moet zijn voor de ingreep. Als ik na een paar uur ook een operatiehemd
aan moet, vraag ik waarom ik bij de laserbehandeling geen operatiehemd kreeg en
niet nuchter hoefde te blijven. Het antwoord is simpel maar ingrijpend: bij de
laserbehandeling waren de kinderen 22 weken. Als bij de behandeling één of
beide kindjes in gevaar zouden komen, hadden ze niet ingegrepen. Nu zijn de
kindjes 25 weken oud. Mocht er tijdens de ingreep duidelijk zijn dat de
kinderen in de problemen komen, ga ik meteen naar de OK voor een keizersnede.
Het simpele bericht komt bij mij als een mokerslag binnen. Hmmm... wat overkomt
ons toch allemaal?
Als
het zover is, word ik de kamer binnengereden waar de laserbehandeling ook was.
Dit keer krijg ik sowieso geen roesje, maar alleen plaatselijke verdoving. De
gynaecoloog van vanochtend is in de kamer aanwezig. Zij heeft geholpen met de
voorbereiding, de ingreep wordt gedaan door de gynaecoloog die ook de
laserbehandeling heeft gedaan. De sfeer is een soort van gezellig, ondanks het
harde bed en alle operatiedoeken, handschoenen, mutsjes enz. We beginnen steeds
meer mensen te kennen en zij ons. Er is een gevoel van saamhorigheid, we gaan
het samen aanpakken en het komt goed! Die sfeer helpt mij om dit rustig op mij
af te laten komen. Mijn man zit bij mijn hoofd en aait af en toe over mijn
voorhoofd. Dan begint de ingreep. Er wordt een naald in mijn buik geprikt en
die wordt zichtbaar op de echo. Nu moeten ze zoeken naar de juiste ader in de
buik van de donor. Het is een bizar gezicht, die naald die het buikje van mijn
kleine jongetje ingaat. Een precies werkje, met een samenwerking tussen de
gynaecoloog, de echoscopiste en de assistente. Op enig moment is er verschil
van inzicht over de wijze waarop slangetjes aan elkaar gekoppeld moeten worden
ofzo. Ik begrijp het niet helemaal en krijg het idee dat het op zich goed
verloopt maar dat het praktisch niet helemaal handig gaat. Hoe dan ook;
iedereen blijft rustig en pas als ze het eens zijn wordt het bloed langzaam in
de ader gebracht. Ook laten ze wat bloed achter in het buikje van de donor, een
reservepotje wat hopelijk langzaam wordt opgenomen in zijn lijfje. Bij de
ontvanger wordt ook de ader in de buik opgezocht en halen ze bloed uit mijn
jongetje. Dat bloed wordt ter plekke onderzocht op het HB-gehalte. Bloed er
uit, zoutoplossing er in en dat een paar keer. Na enige tijd is het HB-gehalte
beter en wordt de ingreep afgerond. Ik mag weer over op mijn eigen bed en ga
terug naar mijn kamer. O, wat ben ik moe (en hongerig)! Ik verlang er naar om
rustig op mijn bed te liggen. Helaas kan dat niet! Ik moet meteen aan het CTG
en mag pas wat eten als het CTG goed is. Het lukt niet, ik voel mij niet
lekker, krampen in mijn buik en het gevoel flauw te vallen. Ik krijg een zetpil
om de baarmoeder te laten ontspannen en ik mag alvast wat eten en drinken. Maar
het CTG moet aan, onverbiddelijk zijn ze... Ik ervaar het als een hele klus, je
moet wat rechtop zitten en de kindjes verdwijnen regelmatig. Dan moet er weer
iemand komen om die CTG-schijven net zo lang over mijn buik te schuiven tot ze
de hartactiviteit weer hebben. Na 1,5 uur CTG en geduw in mijn buik mag ik er
af en kan ik eindelijk even rusten.
De
volgende dag krijg ik weer een echo, de bloedstromen zijn verbeterd en de
kindjes maken het gelukkig goed. Op naar huis! Thuis waren de kinderen gelukkig
aan het spelen bij vriendjes zodat ik het rustig aan kon doen. Het lijkt geen
grote ingreep, maar ik ervaar het als ingrijpend. ’s Nachts lig ik een aantal
uur wakker. Ik voel geen beweging en dat maakt me ongerust. Meerdere keren leg
ik mijn hand op mijn buik en wacht op een teken van leven. Soms denk ik iets te
voelen, toch is het anders want normaliter zijn het voetballers en schoppen ze
hard genoeg. Ik druk mijn ongeruste gevoel en ga ’s ochtends de kinderen naar
school brengen. Mijn man is zoals altijd vroeg de deur uitgegaan om baantjes te
zwemmen in het zwembad. Op school vraagt de moeder van een vriendje hoe het
gaat. Ineens begin ik te huilen en zeg ik haar dat ik de kindjes niet voel
bewegen. Omdat ik in de klas van mijn zoon sta te huilen, ga ik snel weg. De
moeder van zijn vriendje drukt mij op het hart om het ziekenhuis te bellen,
“doe het nou maar”!
Eenmaal
thuis bel ik het LUMC. Direct zegt degene van de polikliniek Verloskunde dat we
langs moeten komen. Oh hemel, nu moet ik mijn man zien te bereiken. Ondertussen
ben ik erg van streek en kan ik alleen maar huilen. Op deze manier krijg ik het
voor elkaar dat ik huilend zijn voicemail inspreek, huilend de receptioniste
van zijn werk vraag om hem voor mij te zoeken en huilend het zwembad op zijn
kop zet. Hij belt maar niet terug, dus ik besluit om in de auto te stappen en
naar zijn werk te gaan in Voorburg. Dat is tenslotte al onderweg naar Leiden.
Bij de ingang treffen we elkaar tegelijk met de receptioniste. Iedereen is in
alle staten en ik voel me wat rustiger worden. Mijn man stapt in en we gaan
onderweg. In de auto voel ik de kindjes bewegen, zal je altijd zien…
In
het LUMC mogen we de echokamer in. Gelukkig, de kindjes zijn nog in leven! Wel
zie ik zelf ook dat de hartslag van de donor wel erg langzaam gaat ineens.
Daarna gaat-ie wel weer sneller. Wachten in de wachtkamer en dan blijkt dat ze
een CTG willen vanwege de trage hartslag. Op de polikliniek probeert de
doktersassistente samen met ons van alles om de hartslag van beiden goed te
registreren. Het is hopeloos… steeds draaien de baby’s weg en stopt de meting.
Na een uurtje proberen, is het resultaat dat ik opgenomen word. Ik krijg een
bed en de CTG wordt weer aangesloten. Stukje bij beetje komt er een aardig
beeld uit. Dan komt een gynaecoloog met het resultaat, ik heb lichte weeën en
de hartslag van de kindjes reageert daar niet gunstig op. Voor ik het weet,
krijg ik weeënremmers en ook komen ze een long-rijpingsprik geven voor het
geval de bevalling gaat doorzetten. Zo, dat is een hele gemene prik, hij brandt
nog lang na in mijn bovenbeen. Ik lig zo’n beetje de hele dag door aan het CTG
en het voelt als een bevrijding als ik eraf mag. De weeënremmers krijg ik eerst
wat sneller achterelkaar, daarna om de paar uur gedurende 48 uur. Ook ’s nachts
komt de verpleegkundige de pil brengen. Ik ga ervan uit dat ik 1 hooguit 2
nachten moet blijven. Nooit had ik kunnen inschatten dat ik zes weken lang
opgenomen zou blijven…
Donderdagochtend
werd ik opgenomen en na een paar dagen krijg ik het gevoel dat ik nog wel even
zal moeten blijven. De bloedwaardes van de kindjes verslechteren elke dag een
beetje verder. Tijdens een visite van de afdelingsartsen begrijp ik de reden
dat ik in het ziekenhuis moet blijven; doordat er geen tussenschot meer is,
willen de artsen de kinderen zoveel mogelijk in de gaten houden. Daardoor moet
ik 2 x per dag een CTG ondergaan en dus moet ik in het ziekenhuis blijven. Het
zal dan nog wel even duren voor ik weer naar huis kan.
Omdat
er twijfels zijn of de kindjes het nog lang gaan uithouden, krijg ik bezoek van
een neonatoloog. De afdeling wordt al op de hoogte gehouden van de situatie van
onze kindjes en zijn voorbereid op hun komst. Nu wij nog. Dus krijg ik
informatie en een rondleiding. Wat een grote afdeling met kleine kindjes in
couveuses, erg indrukwekkend. Ik mag even kijken bij een kindje van 28 weken,
hij is onderdeel van een drieling. Gelukkig schrik ik er niet van, vol
bewondering kijk ik naar het kleine mannetje, helemaal compleet maar zooo
klein! Langzaam kom ik tot het besef dat mij dit ook te wachten staat. Twee
piepkleine kindjes in couveuse, met apparaten en piepjes. Verstandelijk weet ik
het maar mijn gevoel wil niet synchroon lopen. Het is net of het niet over mij
en mijn kindjes gaat.
Ook
krijg ik bezoek van een onderzoeker met de vraag of wij willen meewerken aan
een onderzoek over de ademhaling direct na de geboorte. Later worden we
gevraagd voor nog meer onderzoeken, o.a. aan de placenta. We geven overal toestemming
voor, zolang de kindjes er geen last van hebben, werken we graag mee aan de
onderzoeken die er voor zorgen dat dit soort kindjes steeds beter opgevangen en
behandeld kunnen worden. Gelukkig mogen we er met 28 weken van uit gaan dat
onze kindjes al een goede levensverwachting hebben.
Mijn
man en kinderen komen om de dag ongeveer (soms wat vaker). Het is enorm wennen
voor iedereen dat ik niet thuis ben. Mijn zoon doet wel stoer, maar wil graag
naast mij op mijn bed liggen. Mijn dochter is ook aanhankelijk, zodra ze naar
huis moet, gaat ze erg huilen en wil ze mij niet loslaten. “Mama, ik wil bij
jou blijven”. Als ze de kamer uitlopen, laat ik mijn tranen komen…
Een
week later zijn de bloedwaardes weer wat gestegen. Het is nog niet heel hoog en
bij de echo zegt de echoscopiste dat er nog wat reservebloed in het buikje te
zien is. Ik geef aan dat de dag daarvoor juist geconstateerd werd dat het
reservebloed helemaal weg is. De gynaecoloog bekijkt alle resultaten. Bij de
visite hoor ik dat ze blij zijn dat ik heb opgemerkt dat het vocht in het
buikje de dag ervoor er niet was. Daardoor hebben ze de echo’s naast elkaar
gelegd en lijkt de conclusie te zijn dat het vocht in het buikje geen
reservebloed kan zijn. Een reden om opnieuw een bloedtransfusie te doen.
Het
is donderdag 28 maart, de kindjes hebben een week en 1 dag een goed effect
gehad van de vorige transfusie. We voelen ons bijna al ervaren, want opnieuw
gaan we de kamer in waar de vorige twee ingrepen ook zijn uitgevoerd. Een
andere gynaecoloog gaat de ingreep uitvoeren. Hij laat af te toe weten wat hij
doet, maakt grapjes met de assistente en is uiterst geconcentreerd. De vorige
keer vond ik het prikken van de verdoving al vervelend, maar nu doet het erg
zeer. Ik span mijn spieren aan en zeg dat het zeer doet. Ze kijken wat vreemd
op, tot nu toe geef ik nooit één krimp. Later blijk ik een grote blauwe plek te
hebben opgelopen rondom mijn navel die zo’n drie weken zichtbaar blijft. Ook
dit keer is het precisiewerk en duurt het bij elkaar zo’n 1,5 uur. Na de
ingreep moet ik weer aan het CTG. Het is een enorme klus voor mij en de
verpleegkundigen. Na een tijdje moet ik het opgeven, ik val steeds bijna flauw
en een andere houding helpt weinig. Tijd om uit te rusten!
Ook
dit keer heeft de transfusie het gewenste resultaat. De gynaecoloog zegt dat ik
morgen naar huis mag. Hè…? Ik stel geen vragen en denk alleen maar “oh wat
fijn!”. ’s Avonds komt een andere gynaecoloog langs. Hij geeft aan dat het niet
verstandig is als ik naar huis ga. Ze hebben met vier gynaecologen mijn
situatie besproken, 3 waren voorstander van in het ziekenhuis blijven, 1 vond
het goed als ik naar huis zou gaan. De meeste stemmen gelden… Als pleister op
de wond stelt hij wel voor dat ik met Pasen naar huis mag. Vrijdag eerst nog
CTG en echo en bij een gunstige uitslag mag ik naar huis. Zondagochtend (1e
Paasdag) moet ik mij om 10.00 uur melden in het ziekenhuis. Later komt hij er
nog even op terug; zijn collega’s vinden het zonde voor mij als ik het
paasontbijt moet missen, maar toch stem ik in met een vroege terugkomst op
paaszondag. Heerlijk om even naar huis te mogen!
Eenmaal
thuis is het bijna vreemd. De kinderen en mijn man hebben een eigen routine.
Bovendien voel ik mij niet erg goed, dus lig ik nog veel op de bank. Het is
goed te zien dat het allemaal doorgaat zonder mij. En natuurlijk is het als
moeder ook moeilijk om dat te moeten erkennen. Zondagochtend is het niet leuk,
ik moet alleen maar huilen omdat ik weer terugga naar het ziekenhuis. We gaan
er gewoon naar toe, dan is het moment maar over! Gelukkig zijn het CTG en de
echo goed. Als je zo gewend raakt aan elke dag 2x een CTG en elke dag of soms
om de dag een echo, dan is het spannend als je 1,5 dag geen informatie hebt
over de kindjes.
21:27:23 15 Juli 2013 Permanente link Reacties (0) En toen werd het anders...Onze kindjes in onzekerheid... Het
is nog geen twee weken na de 20-weken echo en ik moet weer voor controle naar
het ziekenhuis. Mijn zus is bij ons op bezoek en blijft even bij de kinderen,
zodat ik alleen naar de controle ga. Toevallig is er een andere gynaecoloog
omdat degene die ik altijd heb met vakantie is. De echo wordt gestart en al
snel geeft de gynaecoloog aan dat zij kan zien dat één kindje aanzienlijk minder
vruchtwater heeft en de ander juist veel meer. Ze vraagt of mijn buik ineens
snel is gegroeid. Zelf vind ik van niet, al heb ik al wel een tijdje een heel
vol gevoel. Zo’n gevoel waardoor je anders gaat ademen en waardoor je dan een
uitgeput gevoel krijgt. Je weet wel, dat je steeds pfff wil zeggen?
Ze
gaat het diepste pocket opmeten, dat schijnt te zijn het deel waar het meeste
vruchtwater nog in zit (bij het kindje met weinig vruchtwater). Dan zegt ze dat
ze twijfelt wat ze moet doen. Mijn eigen gynaecoloog is er meer in
gespecialiseerd en zij denkt dat er toch sprake is van het Tweeling Transfusie
Syndroom (TTS). Er schijnen verschillende stadia te zijn. Soms gaat het vanzelf
ook over. Eerst belt ze een collega-gynaecoloog voor advies. Dat blijkt te zijn
om te overleggen met het LUMC. Dit ziekenhuis is als enige in Nederland
gerechtigd om TTS te behandelen. De kennis en het specialisme is daar te
vinden. Ik moet in de wachtkamer wachten als zij contact zoekt. Eigenlijk zit
ik daar nog vrolijk en ontspannen met een tikkeltje verbazing. Wat staat ons nu
te wachten?
Na
een tijdje kan ik weer binnenkomen. Op basis van de diepste pocket heeft het
LUMC geadviseerd om het nog even aan te kijken. Vandaag is het woensdag,
maandag is mijn eigen gynaecoloog terug van vakantie en moet ik in haar agenda
worden toegevoegd. Volgens het LUMC zit ik in stadium 1 en in totaal zijn er 5
stadia. Afwachten maar…
Eenmaal
thuis komen de vragen op. Wat betekent dit eigenlijk en … wil ik wel wachten
tot maandag? We stellen ons positief op, wedden dat het maandag vanzelf is
opgelost? Die zondag hebben we een verjaardag bij een oom van mijn man. Ik zit
er stil bij en ben eigenlijk nergens toe te bewegen. Zitten vind ik niet
prettig en het duurt mij allemaal veel te lang. Onrust maakt zich van mij
meester. Gaat het allemaal wel goed met de kleintjes? Ik zal blij zijn als ik
morgen weet waar we aan toe zijn…
Die
maandag melden wij ons bij de balie van de gynaecologie. Meteen mogen we door
naar binnen. De gynaecoloog zegt ook dat ze ons met deze spanning niet wil
laten wachten. Ze zet het echo-apparaat op mijn buik. Nog geen vijf seconden
heeft ze nodig om het te zien. Het bovenste kindje zitten helemaal omklemd door
het vlies en heeft nauwelijks nog vruchtwater. De ander zwemt in een grote
plons vruchtwater. Het is zeker TTS en er wordt niet veel tijd meer verspild.
Wel wordt nog even de lengte van de baarmoederhals opgemeten om te zien of deze
korter is geworden door de druk van de hoeveelheid vruchtwater.
We
krijgen een kamertje zodat we telefonisch opvang voor onze twee kinderen kunnen
regelen, want we moeten meteen door naar het LUMC. De gynaecoloog zorgt er voor
dat het LUMC op de hoogte is van onze komst en maakt de papieren klaar. Mijn
ouders gaan onmiddellijk op weg om de kinderen op te halen. Een moeder van een
vriendje zorgt er voor dat de kinderen al van de NSO worden gehaald. Een hele
geruststelling dat iedereen meteen klaarstaat om te helpen. We gaan op weg naar
het LUMC. Het is al spitstijd, dus het duurt best lang. Ook zien we geen
bordjes onderweg en moeten we even zoeken.
Op
de afdeling Verloskunde (J7) worden we opgevangen. De dokter is op de hoogte
van onze komst en we moeten even wachten. Zodra hij er is, maakt hij op de
afdeling in een kamer met laserapparatuur een echo. Het is duidelijk, de
tweeling heeft TTS en bevindt zich in stadium 3 van de 5. Bij stadium 5
overlijden de kinderen over het algemeen. Dr. Oepkes legt ons uit welke keuzes
we hebben: niets doen waarbij het risico heel groot is dat beide kinderen overlijden,
de zwangerschap beëindigen (want ik ben nog geen 24 weken) of een
laserbehandeling. De overlevingskansen van de kinderen lagen met een dergelijke
behandeling op 60%, maar volgens dr. Oepkes zijn de kansen tegenwoordig beter
geworden.
Er
staat een team paraat om de behandeling meteen uit te voeren. Dr. Oepkes geeft
aan dat we ook de mogelijkheid hebben om morgen terug te komen voor de
behandeling. We besluiten dat te doen. Waarom eigenlijk? Praktisch gezien om de
kinderen voor te bereiden en om een tas te pakken (ik moet na de behandeling
een nachtje blijven). En emotioneel gezien; de keuze is wel duidelijk, we gaan
voor de laserbehandeling, maar ik heb ook even tijd nodig om het te laten
bezinken. We gaan dus naar huis…
Thuis
bereiden we de kinderen voor. Het is voor ons een onwerkelijke situatie. Tegen
mijn moeder zeg ik dat ik, wat er ook gebeurt, mij altijd moeder zal voelen van
vier kindjes. Daar moet ik erg om huilen. Wat gebeuren er toch wonderlijke dingen;
ik zit nog midden in het acceptatieproces dat wij een tweeling krijgen, maar in
deze spannende tijd voel ik mij toch al moeder van 4…
De
volgende ochtend (het is 19 februari) melden wij ons bij J7 en we krijgen een
kamer toegewezen. Ik pak wat spullen uit en dan komen Esther en Jessica, beiden
verpleegkundige. Zij nemen echt de tijd voor ons en leggen uit wat er gaat
gebeuren. Het is eigenlijk zelfs gezellig, ik voel me op mijn gemak. We krijgen
een video te zien over de laserbehandeling. Het geeft wel wat duidelijkheid en
toch staat het ver van mij af. Esther is heel helder, we gaan het positief
benaderen en dat werkt aanstekelijk!
Zo
rond12.30 uur is het zover. Ik krijg een zetpil om de baarmoeder te ontspannen.
Daarna word ik met bed en al naar de laserkamer gereden schuin tegenover mijn
kamer. Daar is een ware OK ontstaan; veel mensen met groene operatiejassen aan.
Er is veel drukte met de voorbereiding. Ik moet op het harde echobed gaan
liggen en met de echo wordt de huidige situatie bekeken. De kinderen bevinden
zich nu in stadium 4, het verslechtert dus alleen maar. Het echo-apparaat wordt
ingepakt, er is een tafel met steriele instrumenten en alle aanwezigen zijn
ingepakt in groene jassen, mondkapjes en operatiemutsen. Ook mijn man moet er
aan geloven.
Ik
word voorbereid op de ingreep, mijn buik wordt gedesinfecteerd en alles wordt
met operatiedoeken afgeplakt. Dan kijkt de echoscopiste hoe de kinderen liggen.
Er wordt veel overlegd onderling. De verpleegkundige wil mij een roesje geven,
maar dat wil ik niet. Ze reageert verbaasd en stemt in. Eerste wordt mijn huid
verdoofd. Dan wordt een sneetje in mijn buik gemaakt om de camera en de laser
in te brengen. Een vervelend gevoel als ze door de buikwand gaan, maar ik vind
het niet echt pijnlijk.
Met
de camera wordt goed gekeken waar de kinderen liggen en de navelstrengen. De
bloedvaten hebben ze goed in beeld. Mijn man en ik kunnen meekijken op de
monitor, zowel met de echobeelden als met de camerabeelden. Voor mij is het
abacadabra, gelukkig niet voor de doktoren. Eerste worden de bloedvaten apart
dichtgebrand met de laser, daarna de kleinere. Het aantal vaten wordt geteld en
bijgehouden. Gek gezicht, de laser laat wit litteken achter en je ziet wat
belletjes. Verder voel ik er niets van. Uiteindelijk zet de dokter een
”streep”, wat betekent dat hij met de laser een streep brandt dwars over de
placenta. Ik lig doodstil, onder de indruk van wat ik allemaal zie en ook
angstig over wat het teweeg brengt. Op het laatst zit één van de baby’s met z’n
handje aan de laserkop waardoor er wat cervix (huidsmeer) op zit. De laser
wordt er uitgehaald en schoongemaakt. De dokter maakt gebruik van deze pauze om
ons met de camera even een gezichtje te laten zien van één van de jongetjes.
Wat een bijzonder moment! De streep wordt afgemaakt en om de druk van mijn buik
te halen, wordt er ook 1,3 liter vruchtwater afgetapt. Dat moet straks een
prettiger gevoel zijn als mijn buik niet meer zo gespannen staat.
De
ingreep is achter de rug. De verpleegkundige vindt mij stoer omdat ik rustig
ben gebleven en dat zonder roesje. Ik ben gewoon stil van alles wat er met mij
en de kinderen gebeurd is. Ik word omzichtig overgelegd op mijn ziekenhuisbed
en naar mijn kamer gebracht. Om 14.45 uur ben ik terug op mijn kamer. 8 Uur mag
ik niet uit bed en krijg ik vocht via een infuus. Ook krijg ik opnieuw een
zetpil om de baarmoeder te ontspannen. Ineens ben ik heel moe… ik blijf lekker
liggen en wil ook geen bezoek meer. De volgende dag gaan ze kijken hoe het met
de kindjes is.
Het
is een ongelooflijk spannend moment… Natuurlijk heb ik wel beweging gevoeld
(dat vragen de verpleegkundigen ook steeds), maar beweegt er maar één of
allebei? Ik kan het echt niet onderscheiden. Vreemd genoeg voel ik heel sterk
dat ik twee kindjes wil. Ze zien er zo aan elkaar gehecht uit, dat ik het
moeilijk te verdragen vind, als de één verder moet zonder de ander. Het gaat
dus niet eens om mijn gevoel voor twee kindjes, ik voel juist dat ze niet zonder
elkaar zouden kunnen.
We
zijn op de echo-afdeling (polikliniek verloskunde) en de echoscopiste zet het
apparaat op mijn buik. Ze laat het meteen zien: twee kloppende hartjes! Een
traan loopt langzaam over mijn wang. Wat een spanning en wat een opluchting!
Dan gaat ze alles goed bekijken. De conclusie is geweldig: de kindjes zien er
goed uit en ook het kindje dat de donor is (en dus geen vruchtwater meer heeft)
heeft blaasvulling. Dat is belangrijk, want als de kindjes plassen, wordt het
vruchtwater weer meer. Ook is er al een klein beetje vruchtwater meer te zien.
Dat is meer dan we hadden mogen verwachten volgens de echoscopiste. Heerlijk
gevoel! Eenmaal terug op de afdeling mag ik mijn spullen pakken en op naar
huis. Om daar meteen in mijn bed te duiken. Het valt niet eens mee om van het
ziekenhuis in Leiden naar huis in Delft te moeten rijden. Zo merk ik dat het
kennelijk erg ingrijpend is geweest en dat mijn lijf rust wil.
De
dagen die volgen, breng ik afwisselend in bed en op de bank door. Kleine dingen
pak ik wel weer op zoals mailen en wat computerwerk, de kinderen naar school
brengen, opruimen. Mijn man doet de andere dingen en neemt de boodschappen mee
en kookt. Ik krijg veel lieve mailtjes en kaartjes van familie, vrienden en
collega’s. Het is ongelooflijk hoeveel mensen meeleven en dat doet me heel erg
goed. Mijn eigen kamer en bed voelen gewoon het meest veilig. Als het aan mij
lag, zou ik daar gewoon de hele dag willen blijven. Maar ja, ik heb nog twee
kinderen en zij hebben vakantie. Ondertussen is mijn vader bezig om onze zolder
te splitsen in twee kamers voor de oudste kinderen. Ik ga zelfs een middagje
met de kinderen naar een overdekte speeltuin. Het is fijn dat zij zich kunnen
uitleven, voor mij is het een uithoudingsoefening. De stoel waar ik op zit, is
al gauw niet meer prettig. Eenmaal thuis duik ik maar weer mijn bed in. Ook een
middagje met de kinderen naar de bios. Heel creatief word je om de kinderen wat
leuks aan te bieden in de vakantie terwijl je zelf alleen maar hoeft te zitten!
Gek
eigenlijk dat ik zoveel en zo makkelijk in bed lig. Normaliter ben ik altijd
bezig en heb ik geen geduld om te zitten en niks te doen. Dit keer is mijn lijf
duidelijk: liggen en mijn hoofd zegt: niets doen! Het bevalt me eigenlijk wel…
Op 26 februari gaan we weer naar het LUMC voor opnieuw controle door middel van echo. Het is goed nieuws, het evenwicht tussen beide kindjes is hersteld! Ze zien er goed uit, groeien goed en er lijkt niets meer aan de hand te zijn. De laserbehandeling heeft natuurlijk wel een zwakke plek in mijn vliezen veroorzaakt. Daarom is de kans op vroeggeboorte wel hoger. De opluchting overheerst en voorzichtig ga ik alweer plannen maken om weer gedeeltelijk naar mijn werk te gaan. Tot nu toe heb ik met enkele tussenpozen vanuit huis wel wat werk gedaan. Voor de zekerheid is mijn leidinggevende op het werk al druk bezig om een vervanger te vinden. Voorlopig gaan we ervan uit dat ik weer tot half april gedeeltelijk aan de slag kan!
09:58:22 11 Juli 2013 Permanente link Reacties (0) Zwanger in de winterHet is koud buiten, maar binnen is het warm
Januari is snel voorbij gegaan. De zwangerschap vorderde goed, op elke echo bleken de jongens goed te groeien en zich te ontwikkelen zoals het hoort. Mijn oudste ging mee naar een echo, waarbij de gynaecoloog vroeg of wij wisten wat het zouden worden. Het was volgens haar namelijk heel goed te zien dat het jongetjes zijn. Oh ja, vroeg mijn zoon, hebben ze korte haren dan...
En op enig moment was er heel goed een handje te zien. De gynaecoloog zei dat ze zwaaiden naar ons. "Goh, dat is ook knap dat ze zien dat wij nu net naar ze kijken". Het blijft voor kinderen iets magisch. Je kunt zomaar door mama's buik naar de kindjes kijken!
De misselijkheid blijft. Elke avond lig ik om 20.30 uur in bed. Als ik dat niet doe, dan moet ik het bezuren. 's Nachts moet ik dan mijn bed uit om te spugen. Hoewel ik vaak moet spugen, went het echt niet. De gynaecoloog geeft wat andere medicatie maar dat helpt ook niet echt. Van de Primperan word ik zo slaperig dat ik weinig kan uitvoeren. Niet handig als je met de auto naar je werk gaat. Het lijkt ook soort psychisch te zijn; op mijn werk gaat het goed op een misselijk gevoel na, maar zodra ik buiten ben, begint het kokhalzen. Vreemd hoor!
Slapeloze nachten heb ik ook steeds meer. Enerzijds van de zorgen, anderzijds door de lichamelijke ongemakken. Ik begin steeds witter te worden en ook in mijn gezicht is te zien dat ik afval. Daarentegen begint mijn buik te groeien. Van bovenaf is het een aardig buikje, maar als ik in de spiegel kijk, zie ik ook wel dat het meevalt... Aan mijn oudste vraag ik of ik dik word en hij antwoord heel diplomatiek: 'voor iemand die 20 weken zwanger is van een tweeling valt het reuze mee'. Wat zal mijn toekomstige schoondochter later blij met hem zijn!
Elke
twee weken ga ik naar de gynaecoloog in Voorburg voor een echo. Op de één of
andere manier ben ik elke keer de dagen ervoor gespannen. Zouden ze er alletwee
nog zijn? Doen ze het goed of ontstaan er problemen. Omdat ik mijzelf zo ziek
voel, is het net of ik voel dat er met de ontwikkeling van de kinderen ook iets
mis is of gaat. Gelukkig krijgen we steeds de geruststelling dat ze goed
groeien en zich goed ontwikkelen. Het enige is dat het tussenschot vaak
moeilijk te vinden is, omdat het zo dun is.
Hoewel
mijn buikje niet hard groeit, krijg ik al wel heel veel last van mijn bekken.
Lopen en zitten, autorijden en ook omdraaien in bed, het voelt allemaal
pijnlijk aan. Vervelend zeg, niet alleen misselijk maar ook nog pijn in mijn
lijf! Ik ga naar de fysiotherapeut en zij geeft goede tips en oefeningen. Het
helpt wel een beetje.
Op
31 januari 2013 is de 20-wekenecho gepland. Voor een tweeling staat er 1,5 uur
gepland, dus driekwartier per kind. Oef, ga ik dat volhouden? De gynaecoloog
gaat aan de slag. Er wordt gemeten, gekeken en steeds geeft ze aan dat het er
goed uitziet. De kindjes lijken helemaal gezond, alles zit er op en aan.
Grappig is dat ze bij veel echo’s met hun gezichten bij elkaar liggen. Zelfs de
gynaecoloog vindt het schattig om te zien. Bij het nagaan van de navelstrengen
geeft ze aan dat er ongeveer 10 cm tussen de aanhechting zit van beide
navelstrengen. Dat is gunstig, omdat de kans kleiner is dat er TTS ontstaat.
Het stelt ons gerust voor nu! Het stilliggen op mijn rug is onprettig, het
gewicht van de kindjes drukt op een belangrijke ader in mijn rug en dat maakt
dat ik bijna flauwval. Even op mijn zij. De kindjes zijn helemaal bekeken en
opgemeten en helemaal goedgekeurd. Wauw, nu wordt het tijd om de zorgen opzij
te zetten en ons voor te bereiden op de komst van twee dezelfde jongetjes!
18:21:05 27 Juni 2013 Permanente link Reacties (0) het tweelingnieuwsHoe vertel ik dat ...?
Eind november hebben we besloten dat de tweeling welkom is in ons gezin. Een beslissing die nog steeds moeilijk is, we weten eigenlijk niet wat ons dan te wachten staat. Het maakt dat we niet heel blij zijn hoewel het wel als een opluchting voelt dat we de zwangerschap niet beëindigen. We geven onszelf de tijd om er langzaam aan te wennen.
Ondertussen blijf ik enorm misselijk en wordt het steeds moeilijker om dat te verbergen. Onze oudste zoon maakt zich zorgen en vraagt zich af of ik niet naar de dokter moet omdat ik al zolang ziek ben. Op een gegeven moment zit hij naast mij in de auto en zegt hij "mam, ik weet waarom jij steeds zo misselijk bent, jij hebt een baby in je buik". Ik schrik er van en probeer tijd te rekken voor ik antwoord moet geven. "Waarom denk je dat?" Hij antwoordt dat hij de film 'het paard van Sinterklaas' heeft gezien, waarin een moeder ziek is en even later bevalt van een kind. Gek genoeg wacht hij verder niet op een antwoord, maar gaat gewoon verder na zijn constatering. Het komt later ook niet meer ter sprake.
Het is wel tijd om de mensen in onze directe omgeving te informeren. Een lastig klus blijkt.. Ik bel de maandagavond voor Sinterklaas mijn ouders en vraag mijn vader om de telefoon op de speaker te zetten. Zenuwachtig vertel ik dat ik onverwacht zwanger ben van een tweeling en dat we na moeilijke overwegingen hebben besloten om de tweeling te laten komen. Even is het stil en dan blijkt mijn moeder blij te zijn dat het geen ernstiger nieuws is. Gelukkig beloven ze meteen dat ze ons steunen en helpen waar nodig. Hoewel ze begrijpen dat het veel implicaties heeft voor ons gezin stellen ze mij gerust dat het goed zal komen en dat ik gelukkig zal zijn zodra ik de twee kleintjes in mijn armen heb. Een gedachte die ik nog vaak terughaal.
Daarna informeer ik mijn zus en vraag haar het stil te houden voor haar kinderen. Haar uitroepen na mijn nieuws moet ze daarna verkopen aan haar kinderen alsof er niets aan de hand is. Ze is in shock en enthousiast tegelijk!
Met Sinterklaas ben ik heel beroerd en misselijk. Als mijn vader de bitterballen in de frituur doet, moet ik acuut naar buiten. Ik gris nog gauw de mooie jas van mijn moeder mee naar buiten. Eenmaal buiten moet ik in het plantsoen overgeven. De buren zullen wel opgekeken hebben, iemand die in een Mart Visser-jas staat te spugen... Binnen eten ze gauw de bitterballen op, want ik zal er wel geen één lusten. Jammer, ik had er eigenlijk wel zin in!
De zaterdagavond na Sinterklaas is het tijd om onze oudste zoon te informeren. We willen het risico niet nemen dat hij door iemand anders (per ongeluk) op de hoogte wordt gebracht. Hij mag langer opblijven dan zijn zus en ik ga serieus in gesprek met hem. "weet je nog dat jij zei dat mama een baby in haar buik heeft?" Ja zegt hij "is dat echt zo?" Ik vertel hem dat het er twee zijn. Hij kijk verbaasd en roept dat uit: "dat wordt dubbel genieten" waarna hij in tranen uitbarst. Het duurt wel even voor hij is gekalmeerd, hij wil gewoon met z'n tweeën blijven, zijn zus en hij... Ik voel zo met hem mee en begrijp het helemaal. Dan gaat hij vragen stellen: waar moeten ze slapen, passen ze niet in de auto, kunnen er vriendjes blijven komen spelen enz.. Dan constateert hij dat er veel gaat veranderen en dat ik het nog drukker ga krijgen. Hij blijft onze oudste zoon en daarom ook altijd bijzonder! Ik ben heel trots op hem en zeker nu hij een echte grote broer wordt. Hij kan vast heel goed helpen met de kindjes. Langzaam begint hij opgetogen te raken. Eigenlijk maakt hij dezelfde fasen door in de verwerking als wij, maar dan in sneltreinvaart.
Zondagochtend vertellen we het nieuws ook aan onze dochter van 5 jaar. Zij is gebiologeerd door mijn buik. "Zitten daar kindjes in?". Verder reageert ze niet veel meer. Zij neemt het leven zoals het komt. Geen vragen, geen verdriet, geen echt idee wat haar te wachten staat.
Mijn schoonouders, schoonzus, familie, collega's van mij en mijn man, vrienden, kennissen, de juffen op school; in de dagen en weken erna vertellen we het zoveel mogelijk rond. Ongelooflijk hoeveel mensen mee leven en aanbieden om t.z.t. te helpen. Mensen reageren verrast en enthousiast. Het helpt ons om steeds positiever te kijken naar de zwangerschap en de komst van de tweeling.
Halverwege december onderga ik de vlokkentest in het Erasmus in Rotterdam vanwege mijn leeftijd. Best spannend en ook even pijnlijk als de naald door mijn buikwand de baarmoeder ingaat. Mijn moeder zit naast me en aait over mijn schouder, wat fijn en geruststellend dat ze mij bijstaat. Na een paar dagen krijgen we de eerste uitslag: het ziet er goed uit én we krijgen twee.... jongens! Nadat ik mij man per telefoon het goede nieuws heb verteld, mail ik de twee jongensnamen die ik al meteen in mijn hoofd had. Spannend! Vindt hij ze ook mooi? Gelukkig mailt hij terug dat hij het goed vindt klinken. We stappen ook niet meer van deze namen af. Later krijgen we ook per brief van het Erasmus nogmaals de bevestiging dat alle uitslagen van de vlokkentest goed zijn.
De rest van december verloopt redelijk rustig. De viering van Kerst wordt verplaatst van ons huis naar dat van mijn zus. Op mijn werk ben ik een aantal uur per week ziekgemeld, want als ik vermoeid raak, ben ik ook meteen misselijk. Die misselijkheid maakt dat ik verschillende kilo's afval en er bleek uitzie. De tweeling groeit goed op de echo's die gemaakt worden. Elke twee weken moet er een echo worden gemaakt vanwege het risico op het Tweeling Transfusie Syndroom. Niet voor niets zal later blijken...
10:53:25 27 Juni 2013 Permanente link Reacties (0) zwanger van twee!
Lieve kindjes van ons,
in dit weblog zal ik jullie verhaal vertellen. Een verhaal met verrassingen, spanningen, verwachtingen, tegenvallers en heel veel inspanningen. Maar bovenal een verhaal over moedige jongetjes, sterk en dapper! Met veel liefde schrijf ik jullie eerste stukjes geschiedenis, terwijl jullie gezond en lief in jullie bedjes liggen te slapen. Dat jullie maar hele grote en stoere jongens mogen worden!
Begin oktober 2012; ik heb een raar gevoel. Op mijn werk zegt iemand tegen mij dat ik plotseling heel erg wit zie en zij maakt zich ongerust. Ik voel mij verder niet ziek en besteed er geen aandacht aan. Achteraf denk ik dat dit het begin is geweest van het ontstaan van jullie, een één-eiige tweeling. Het duurt ook niet lang of ik voel steeds meer dat mijn borsten groter worden en gevoeliger. Hmmm... ik begin ineens het idee te krijgen dat ik zwanger ben.
Wij hebben al een mooi gezin. Een gevoelige en stoere jongen van 8 en een pittig en lief meisjes van 5 jaar. Met name onze dochter heeft ons een paar jaar intensief bezig gehouden. Een heupluxatie, koemelkallergie en keel- en oorontstekingen, maar vooral ook slecht eten, drinken en slapen. Een meisje dat zoveel huilt dat wij een zwembad in de tuin hadden kunnen vullen met haar tranen. Op school hadden ze beiden ook een moeilijke start. Kortom; kinderen die extra aandacht nodig hadden en soms nog nodig hebben. En sinds mei 2012 is er meer rust gekomen. De kinderen zijn groter, vermaken zich beter en wij voelen ons wat vrijer om de dingen te doen die ook leuk zijn. We hebben een heerlijke vakantie gehad met wandelingen en veel zon. Het leven is veranderd en dat bevalt ons goed!
Op 18 oktober 2012 doe ik na het opstaan een zwangerschapstest. Het duurt heel kort en meteen is het te zien: zwanger! Ik doe net alsof mijn leven niet op zijn kop staat en breng de kinderen naar school en ga aan het werk. Thuis vertel ik het tegen mijn man en zeg er meteen bij dat de kans op een miskraam groot is gezien mijn leeftijd. We duwen het bericht alletwee een beetje weg... ach zo'n vaart zal het niet lopen. Langzaam ga ik er toch aan denken, een derde kindje. We hebben het eigenlijk zo goed met z'n vieren en er is net wat meer rust gekomen in ons gezin. Bovendien heb ik alles voor baby's weggegeven, we hebben niets meer in huis. Oef, stel dat de zwangerschap doorzet, wat een verandering geeft dat! Ook mijn man is niet meteen enthousiast. We schuiven het voor ons uit: eerst maar eens een echo, daarna ook nog een vlokkentest. De kans dat het allemaal niet doorgaat, is voor ons gevoel nog heel groot.
Ondertussen word ik steeds meer en heftiger misselijk. De hele dag door moet ik kokhalzen en soms ook spugen. En ik ben ook moe, moe, moe... Na het werk op de bank en weinig energie voor de kinderen. Mijn man moet steeds meer overnemen. Op 9 november neem ik contact op met de huisarts met de vraag om medicatie tegen de misselijkheid. Ik zeg hardop tegen de assistente dat ik zwanger ben. Gek genoeg schrik ik er zelf van, net alsof de zwangerschap nu ineens realiteit is geworden. De eerste dag dat ik de medicijnen neem, voel ik mij beter. Op de verjaardag van mijn nichtje eet ik veel. Zie ik nu mijn moeder vreemd naar mij kijken... zou ze al iets in de gaten hebben? Ik wil nog niet dat iemand er iets vanaf weet dus probeer ik mezelf af te leiden en niets steeds aan de zwangerschap te denken.
Ik maak een afspraak met de verloskundige op 22 november. Dan maar eens kijken of de zwangerschap goed is. We houden er rekening mee dat het nog mis kan gaan en misschien is dit ook wel een onuitgesproken hoop. Als ik niet zwanger ben, kunnen we gewoon verder gaan met het leven dat we nu hebben. De medicatie geeft niet veel verlichting, ik blijf misselijk en moet steeds meer spugen. Zo is het moeilijk om de zwangerschap te negeren! En ook om het te verbergen voor familie, vrienden, maar vooral voor collega's. Onze oudste zoon maakt zich zorgen: "mam, je moet naar de dokter omdat je steeds maar ziek bent". Het lijkt ook wel of iedereen het heeft over zwangerschappen...
Dan is de dag van het bezoek aan de verloskundige. Ik ga er alleen naar toe. Het voelt alsof ik stiekem daar naar binnen loop. Als ik maar niemand tegenkom, die ik ken! Uiteraard ben ik een beetje laat (zo gaat het zo vaak bij mij). En mijn man is niet mee, hij is thuis met de kinderen, want ja, het is al de derde keer en wie weet is er geen goede zwangerschap. Eenmaal binnen maak ik maar meteen bespreekbaar dat deze zwangerschap onverwacht is en dat ik er nog niet aan kan wennen. De verloskundige en haar stagiaire zeggen dat we eerst een echo gaan maken en daarna de intake verder gaan doen. Oké, let's do it!
Ik ga liggen en het apparaat gaat over mijn buik. Er zit vast niets... of hé, ik zie er volgens mij twee! De verloskundige zegt niets en zoomt in op een mini-kindje. Ze meet wat op en zegt dat het er goed uitziet. Ook lijkt de termijn (bijna 9 weken) wel te kloppen met de grootte en de ontwikkeling. Dan verschuift ze het apparaat en laat zien dat er twee dezelfde mini-mensjes in zitten. "Het zijn er twee" spreekt zij de magische woorden. Ik kan alleen maar vreemd grinniken. "Gefeliciteerd!" Ik reageer nauwelijks en zeg maar weinig. Zowel de stagiaire als de verloskundige aaien over mijn been en mijn arm. "Gaat het?" Nou, eigenlijk niet! Ergens is er ook een sprankje opgewondenheid, maar vooral het gevoel in shock te zijn. Er gaat van alles door mijn gedachten waarbij het idee dat ik het niet wil de boventoon voert. "Ik durf niet naar huis" zeg ik en de verloskundige biedt aan om met mij mee te gaan. Nee, dat is ook weer niet nodig...
Op de automatische piloot ga ik naar huis. Ik neem mij voor om pas vanavond als de kinderen in bed liggen mijn man in te lichten. Zodra ik binnen ben en hem in de gang tegenkom, zeg ik dat ik bij de verloskundige ben geweest. Hij vraagt hoe het was en ik fluister dat het er twee zijn. Ik zie verbazing in zijn ogen, hij zegt dat hij het bijzonder vindt. Daarna komen de vragen, hoe moet dat? Het past niet in ons huis, niet in de auto en kunnen wij het wel aan? Tja, wist ik ook de antwoorden maar...
De verloskundige heeft een afspraak gemaakt in het ziekenhuis in Delft voor de 26ste. De begeleiding moet via het ziekenhuis gebeuren, jammer. In het weekend praten we er over, het afbreken van de zwangerschap vinden we toch een serieuze optie. We bespreken het met de gynaecoloog op die maandag. Hij steunt ons en zegt dat hij kan begrijpen dat het voor ons een optie is. Ik vind het fijn dat hij zegt dat hij er geen oordeel over heeft. Een abortus laten doen, is iets waar ik nooit van had gedacht dat ik daarvoor zou komen te staan. Aan de andere kant geeft de uitbreiding van ons gezin met twee baby's maakt mij ook een soort van wanhopig. Ik wil het alletwee niet!
De gynaecoloog doet een echo. Het is overduidelijk een één-eiige tweeling en het tussenschot is door hem niet te vinden. Hij geeft aan dat ik morgen bij een ander ziekenhuis terecht kan bij een meer geavanceerd echo-apparaat om te kijken of het tussenschot er is. Mocht dat ontbreken dan is het een risicovolle zwangerschap met een hoge kans op overlijden van één of beide kinderen. De arts adviseert ons om dat af te wachten en mee te laten wegen in ons besluit om de zwangerschap voort te zetten of niet.
Op mijn werk heb ik maandag een smoesje gebruikt om tussendoor naar de afspraak met de gynaecoloog te kunnen gaan. Nu moet ik dinsdag weer en het voelt niet fijn om weer te moeten liegen over de reden. Ik besluit met lood in mijn schoenen mijn leidinggevende in te lichten. Zij stelt meteen een paar confronterende vragen en dat maakt dat ik het echt onder ogen moet zien. Mijn gedachten gaan steeds naar "ik wil het niet..". De gynaecoloog in het andere ziekenhuis ziet het tussenschot wel. Zij is ook zeer begrijpend over onze overwegingen om de zwangerschap af te breken. Het besluit is aan ons en oohh wat is het moeilijk... 's Nachts zitten we samen beneden en wegen we alles af. Tot nu toe overheerst het gevoel dat wij de hervonden balans niet opnieuw willen kwijtraken. Vragen als: doen we de andere kinderen niet tekort, is onze relatie bestand hiertegen, kan het financieel en nog veel meer.
Mijn man heeft zelf voorkeur om de zwangerschap af te breken hoewel hij een tweeling wel bijzonder vindt. Hij ziet op tegen de drukte en maakt zich zorgen. En ik, ik heb de kindjes gezien op de echo's, ik voel mij zwanger met hormonen en kan mij gewoon niet over het idee zetten dat de kindjes worden weggehaald. Ik ga naar de huisarts en huil de hele dag. De huisarts geeft ons een ultimatum en vraagt ons die dag te komen op het spreekuur. Daar zitten we dan! Mijn man zegt ineens dat hij altijd wel een groot gezin leuk heeft gevonden. Voor we het weten, lijken we een besluit te hebben genomen! Eén plus één is zes, dus we gaan ervoor!
11:13:50 12 Juni 2013 Permanente link Reacties (0) |